zondag 23 november 2014

Leesverslag 4 Reinaert de vos

Titel: Reinaert de vos
Samengesteld door: Hubert Slings
Plaats van uitgave & uitgeverij: Amsterdam, Amsterdam University Press
1e druk: 1999
Aantal bladzijden: 104

1          Samenvatting
Het verhaal begint met een hofdag aan het kasteel van de koning. Koning Nobel de leeuw ziet dat inderdaad alle dieren uit het koninkrijk zijn gekomen, behalve Reynaerde de vos. Wanneer de koning de opmerkt beginnen alle dieren te klagen over Reynaerde. Hij zou ze veel leed en verdriet aan hebben gedaan. Na een vurige discussie dringt Isengrijn de wolf erop aan dat Reynaerde ter dood veroordeeld moet worden. Op dat moment springt Grimbeart de das, en tevens neef van Reynaerde, woedend op een probeert zijn neef zo goed en zo kwaad als het gaat te verdedigen. Hij zegt dat Reynaerde kluizenaar is geworden, dat hij een boetekleed draagt wat zijn huid constant irriteert en sindsdien geen vlees meer heeft aangeraakt. Vlak nadat Grimbeart zijn laatste woorden heeft uitgesproken nadert een rouwstoet het kasteel. Coppe de kip is vermoord. Coppe was de dochter van de haan Cantelear. Reynaerde heeft 11 van zijn 15 kinderen opgegeten en Cantelear is woedend, net zoals de koning. Koning Nobel besluit Reinaert voor het hof te dagen.

Bruun de beer gaat naar Reynaerde toe om de boodschap over te brengen. Eenmaal aangekomen meldt hij Reynaerde wat er van hem verwacht wordt. Reynaerde verteld hem dat hij met veel plezier mee zou gaan, was het niet dat hij last heeft van een verschrikkelijke buikpijn. Hij zegt dat hij teveel honing heeft gegeten. Bruun de beer is dol op honing en lust daar ook wel wat van. Reynaerde maakt hem wijs dat er in een gespleten boom honing te vinden is. Wanneer Bruun zijn kom in het gat steekt zit hij muurvast. De dorpelingen takelen Bruun verschrikkelijk toe maar hij weet zijn hoofd toch los te wrikken. Hij verliest hierbij wel een oor een zijn wangen. Bruun laat zich zakken in de rivier en drijft terug naar het kasteel van de koning. Daar brengt hij verslag uit aan de koning.

De volgende dag gaat Tibeert de kat op weg naar Reynaerde. De koning denkt dat een sluwe kat Reynaerde zijn strekken wel door zal hebben. Alles leek volgens plan te gaan totdat Reynaerde begint over vette muizen. Tibeert lust dat wel en gaat met Reynaerde mee naar de schuur van de pastoor. Reynaerde weet dat de zo'n van de priester daar pas een strik heeft gezet omdat hij er een kip had gestolen. Tibeert komt vast te zitten in de strik en de hele familie van de pastoor begint Tibeert te slaan. Tibeert bijt de mannelijkheid van de pastoor eraf en weet zo te ontkomen.

Uiteindelijk wordt Grimbeart de das aangewezen om Reynaerde voor het hof te dagen. Dit is de laatste kans van Reynaerde om mee te gaan, anders worden hij en zijn familie vogelvrij verklaard. Grimbeart is een neef van Reynaerde, Reynaerde zal hem wel geen kwaad willen doen. Na een roerend afscheid van vrouw en kinderen gaat Reynaerde mee naar het hof. Onderweg biecht Reynaerde al zijn zonden op en ontvangt daar 40 stokslagen voor.

Aan het hof wordt Reynaerde veroordeeld tot de strop. Reynaerde zijn familie vertrekt want zij kunnen het niet aanzien dat Reynaerde opgehangen wordt. Isengrijn, Bruun en Tibeert gaan de galg vast opzetten. Op dat moment ziet Reynaerde zijn kans schoon en verteld de koning dat Isengrijn, Bruun en Tibeert een staatsgreep willen plegen. Het plan moest uitgevoerd worden met de schat van koning Hermelike. Deze schat was door Reynarde zijn vader "gevonden". Koning Nobel twijfelde eerst aan de waarheid van het verhaal, maar omdat Reynaerde zijn eigen vader als samenzweerder noemde geloofde hij hem toch. Reynaerde zei dat hij de schat gestolen had en hem ergens had begraven om het plan te verijdelen. Koning Nobel wilde meer weten over de schat, dat zich volgens Reynaerde in de bron Kriekeput bij Hulsterput bevond. Koning Nobel slikt het hele verhaal als kook en scheldt Reynaerde zijn schulden vrij. Hij laat de "staatsvijanden" opsluiten. Ook verteld Reynaerde hem dat hij in de kerkelijke band is gedaan door de Paus. Om hier van af te komen moet hij een boetetocht maken. Hij zegt dat hij hiervoor helemaal naar Rome en Palestina moet afreizen. De koning laat van de huiden van Isengrijn, Bruun en Tibeert schoenen en een pelgrimstas maken. Reynaerde vertrekt en wordt tot aan zijn kasteel vergezeld door de ram Belijn en de haas Cuwaert. Hij lokt Cuwaert mee naar binnen en eet hem daar op met de rest van zijn familie. Hij stopt Cuwaert's hoofd in de pelgrimstas en zegt tegen Belijn dat er een afscheidsbrief voor de koning inzit. Belijn moest maar zeggen dat hij de brief geschreven had om een goede indruk op de koning achter te laten. Belijn brengt dat tas blij naar de koning en overhandigt hem de tas vol trots. Als de koning merkt dat hij bedrogen is brult hij van woede. Hij laat de gevangenen weer los en bied zijn excuses aan. Vervolgens verklaart de koning Reynaerde en heel zijn familie vogelvrij. Natuurlijk is Reynaerde en zijn familie allang gevlogen.

13        Eindwaardering
Structurele argumenten:
A) Het onderwerp spreekt mij niet zo aan, omdat ik niet van verhalen hou die een hele tijd geleden geschreven zijn. Ik houd meer van moderne verhalen. Daarnaast houd ik ook niet echt van onrealistische verhalen. In Reinaert de vos kunnen dieren praten. Dit kan natuurlijk in het echt helemaal niet.
Citaat: ‘ Hier volgt een aanklacht van belang: Isengrijn, (de wolf), en zijn verwanten gingen voor de koning staan. Isengrijn nam direct het woord en sprak: ‘Heer koning, met een beroep op uw edelheid en uw eer, op uw gevoel voor recht en genade: heb medelijden om wat ik geleden heb door wat Reinaert mij heeft aangedaan.’’

B) De stijl waarin het boek geschreven is, spreekt mij niet aan, omdat er veel lastige woorden in het verhaal worden gebruikt die ik niet begrijp. Dit zorgde ervoor dat ik het verhaal ook meteen minder begreep. Ook was het verhaal niet in één geheel geschreven. Stukjes vertaalde tekst werd afgewisseld door een samenvatting van wat er tussendoor gebeurde. Dit vond ik niet fijn. Ik had liever het hele verhaal gelezen.

C) De personages zijn goed uitgewerkt, omdat ik het gedrag van de personages herken. Ik kwam er bijvoorbeeld snel achter dat Reinaert een slecht personage in het verhaal was. Dit werd duidelijk doordat veel dieren over hem klaagde.
Citaat: ‘Bovenal hoop ik dat u aandacht zult schenken aan het feit dat hij mijn vrouw verkrachtte en mijn kinderen op zo’n manier mishandelde.’

D) Het verhaal bevatte geen flashbacks en daardoor vond ik het verhaal goed te volgen.

E) Ik was niet nieuwsgierig naar de afloop van het verhaal. Dit kwam doordat ik het verhaal niet interessant vond. Ik heb geen enkel moment heel graag verder willen lezen, omdat ik niet in het verhaal werd meegesleept.

F) De ‘tweede’ laag van het verhaal kwam niet duidelijk naar voren; ik vond het thema niet duidelijk uitgewerkt. Terwijl ik het verhaal las heb ik niet kunnen bedenken dat de schrijver door middel van dit verhaal kritiek wilde leveren op de standenmaatschappij.

G) De motieven zijn voor mij moeilijk te vinden. Ik heb er een tijdje over na moeten denken om een motief te vinden, omdat ik er tijdens het lezen niet achter kwam wat de motieven in het verhaal waren. Ik denk zelf dat hebberigheid en gulzigheid belangrijke motieven zijn in het boek. Wanneer Reinaert namelijk aan Bruun en Tibeert vertelt over de honing en de muizen doen ze er allebei alles voor om de honing of de muizen te krijgen. Ook de koning is hebberig. Als hij hoort van de verborgen schat doet hij er alles voor om de schat in zijn bezit te krijgen.

Emotionele argumenten:
Ik had de meeste moeite om het gedrag van Reinaert te begrijpen. Ik begrijp niet dat je zoveel mensen voor de gek kan houden. Zelf zou ik dit namelijk nooit doen. Mij lijkt het namelijk niet leuk als de hele bevolking je wilt vermoorden, omdat je zoveel streken uithaalt.

Het moment waarop Bruun naar Reinaert gaat en Reinaert vertelt over de honing had ik wel even medelijden met Bruun. Het is namelijk een moeilijke keuze om, als beer zijnde, wel of niet voor de honing te kiezen. Daarentegen bleek ook nog eens dat Bruun flink in de maling werd genomen. Dit vond ik zielig voor hem.

Daarnaast vond ik het raar om te zien hoe een volk door één persoon zo erg voor de gek kan worden gehouden. Ik kan niet begrijpen dat iedereen steeds op nieuw door Reinaert in de maling kan worden genomen. Ik denk dat er altijd wel iemand is die door heeft wat de plannen van Reinaert zijn.

Intentionele argumenten:
A) Het boek heeft geen motto.

B) De auteur wil kritiek leveren op de standenmaatschappij. Reinaert bevindt zich in het verhaal in een hogere klasse dan de rest van de dieren. Hij gedraagt zich hierdoor ook een stuk slechter. Hij komt overal onderuit en haalt ontzettend veel streken uit. De schrijver laat zijn kritiek op de standenmaatschappij dus zien door het gedrag van de verschillende standen te laten kenmerken.

C) Naar mijn idee is de schrijver er niet goed in geslaagd is om zijn bedoeling te realiseren. Ik heb niet zelf kunnen bedenken dat de schrijver door middel van dit verhaal kritiek wilde leveren op de standenmaatschappij. Ik zag het verhaal gewoon als een soort sprookje over pratende dieren. Meer zag ik er eigenlijk niet achter.

Morele argumenten:
Reinaert kiest ervoor om zich slecht te gedragen. Namelijk door e liegen tegen koning Nobel. Ik kan me hierin niet verplaatsen, omdat ik me zelf nooit zo zou gedragen. Ik houd niet van leugens.

Een andere keuze die in het verhaal wordt gemaakt is de keuze van Bruun om de honing van Lamfroit, de timmerman, te eten. Zelf wist hij natuurlijk niet dat hij de honing van iemand anders opat. Toch denk ik dat als Bruun beter had nagedacht, hij niet in de problemen zou zijn gekomen. Reinaert verteld namelijk meestal leugens.
Hetzelfde geldt voor Tibeert, die ervoor kiest om de muizen (die er eigenlijk helemaal niet zijn) van Reinaert, te eten. Reinaert liegt hier voor de tweede keer.

Realistische argumenten:
Ik vind een boek goed als het de werkelijkheid goed weergeeft. Bij dit boek was dit niet het geval. Ik vond het verhaal erg onrealistisch en ongeloofwaardig, waardoor ik geen plezier in het lezen had.

Vernieuwingsargumenten:
Dit boek was een totaal ander boek dan dat ik gewend ben te lezen. Ik heb nog nooit zo’n oud boek gelezen. Ook de stijl waarin het verhaal geschreven was nieuw voor mij. Er werden bijvoorbeeld veel oude woorden gebruikt, die vroeger wel veel aan bod kwamen.

Stilistische argumenten:
Ik vond het geen prettig boek om te lezen, vanwege de lange zinnen met lastige woorden die nu niet meer vaak gebruikt worden. Ook de indeling van het boek vond ik onoverzichtelijk. Aan de linkerkant was het verhaal in het Middelnederlands geschreven en aan de rechterkant stond de vertaling. Ik denk dat het boek duidelijker werd wanneer er alleen de vertaling afgedrukt werd, omdat tegenwoordig e meeste mensen toch geen Middelnederlands kunnen lezen.

Gemaakt door: Lotte Burgers
Klas: V4B
Datum: 12 februari 2014


Geen opmerkingen:

Een reactie posten