zondag 23 november 2014

Leesverslag 3 De passievrucht

Titel: De passievrucht
Schrijver: Karel Glastra van Loon
Plaats van uitgave & uitgeverij: Amsterdam, L.J. Veen
1e druk: 1999
Aantal bladzijden: 238

1          Samenvatting
Armin Minderhout woont samen met Ellen en zijn zoon Bo. Armin en Ellen kunnen geen kinderen krijgen en na een onderzoek komt Armin erachter dat hij het syndroom van Klinefelter heeft. Zijn wereld stort in. Armin vertelt niets aan Bo en gaat op zoek naar Bo's biologische vader. Zijn vrouw Monika, de moeder van Bo, is tien jaar eerder overleden wat Armin's zoektocht niet makkelijker maakt.

Armin maakt een lijstje van alle mogelijke kandidaten voor Bo’s vaderschap. De eerste op dit lijstje is Monika’s ex, Robbert Hubeek. Robbert vertelt Armin uitgebreid over de seksuele praktijken die er tussen Monika en hem hebben uitgevonden, maar Robbert blijkt aan het einde van het gesprek niet eens van Monika’s dood af te weten en dus valt hij af als eventuele vader. 

De volgende op het lijstje is de huisarts van Monika, want, denkt Armin, arts-patiënt relaties, komen nou eenmaal voor. Armin vraagt het de huisarts vervolgens zonder er ook maar enigszins omheen te draaien, maar de huisarts verzekert Armin dat er nooit ongepaste intimiteiten tussen Monika en hem hebben plaatsgevonden. Ook kan hij in Monika’s dossier niets vinden over zaken die ze tijdens haar zwangerschap in vertrouwen verteld zou kunnen hebben. De laatste verdachte is Niko Neerinckx, een vroegere collega van Monika van reisbureau ‘De Kleine Wereld’. Volgens Ellen had Monika nooit ook maar iets voor Niko gevoeld en verspilt Armin zijn tijd in deze hele kwestie, maar desondanks gaat Armin Niko toch opzoeken. Omdat Niko op reis is, ontmoet hij eerst Niko’s vrouw Anke. Armin stelt zich voor als ene Erik Aldenbos en met behulp van een handige smoes, komt hij binnen. Al vragende komt Armin erachter dat Niko zijn oudste zoon ook Bo heeft genoemd en hij ziet een foto van Monika in hun fotoalbum. En wat dit betreft, sluit Niko helemaal aan op het profiel dat Armin voor ogen heeft voor de dader. Armin weet niet wat hij ermee aan moet, maar zijn beste vriend Dees en Ellen dringen erop aan om niets aan Niko te vragen. Armin volgt hun advies op.

De relatie tussen Armin en Ellen verslechtert een beetje. Armin besluit om er een weekend tussenuit te gaan met Bo, naar Ameland. Op een gegeven moment wandelen Armin en Bo over het strand en ontmoeten ze een groepje jongeren van Bo’s leeftijd. Eén van de meisjes blijkt Bo wel leuk te vinden en na ’s avonds samen op stap te zijn geweest, vindt Armin het meisje bij Bo in bed. In Armin’s dronken bui, schreeuwt hij dat Bo zijn zoon niet is, kotst hij het kussen onder waar het meisje op geslapen heeft en vervolgens slaat Bo op hem in.

Zodra ze weer thuis komen, komt Armin’s vader te overlijden. Armin en Dees ontruimen het huis van Armin’s overleden ouders en Armin komt een doos tegen met liefdesbrieven van zijn ouders. In deze doos ontdekt hij ook een briefje met daarop de tekst ‘Ik ben zwanger. M.’ Armin weet meteen wat dit betekent: zijn vader is de dader! Verward thuisgekomen, geeft Ellen hem een brief van Monika aan Bo.

Armin wil meteen een stuk gaan lopen en Ellen moet het hele verhaal vertellen van de jarenlange spanning tussen Armin’s vader en Monika en hun ‘slippertje’ waaruit Bo ontstaan is. Ellen heeft het al die tijd geweten, maar wilde hem het liefst al die pijn besparen. Armin vindt zichzelf helemaal niets meer, geen vader, geen zoon, geen geliefde, geen vriend, helemaal niets. Hij zegt zelf te zijn opgehouden met bestaan en hij moet zichzelf opnieuw uitvinden. Bo is opeens zijn halfbroer, terwijl Armin dertien jaar voor Bo heeft gezorgd als een vader. Tenslotte komt Bo met het idee om de as van zijn vader over het graf van Monika uit te strooien, om de moeilijke tijd af te sluiten en weer verder te gaan met hun leven.

2          Tijd
A1          Het verhaal wordt chronologisch verteld. Er komen wel veel flashbacks in voor. In sommige hoofdstukken wordt er teruggekeken op de belevenissen die Armin en Monika samen hadden.
A2          Het verhaal speelt zich af in het heden. De situaties die worden beschreven gebeuren in onze tijd nog steeds. Hierdoor kun je je beter in het verhaal inleven.
B1           Doordat er veel flashbacks aanwezig zijn werd het verhaal af en toe een beetje verwarrend. Was Monika in dit hoofdstuk al dood of niet? En hoe oud is Bo (het zoontje van Armin) in dit hoofdstuk nou precies? Wanneer je iets verder in het verhaal komt, begrijp je beter hoe het verhaal precies in elkaar zit.
B2           De gebeurtenissen uit het verhaal zijn erg realistisch en komen in onze tijd nog dagelijks voor. Hierdoor geeft het verhaal mij een betrouwbare indruk.

3          Perspectief
A1          Het verhaal wordt vanuit de ik-persoon, Armin, verteld.
A2          Een ik-perspectief.
B1           Het verhaal wordt vanuit de blik van Armin verteld. Hij is zelf ook de hoofdpersoon van het verhaal.
B2           Doordat je precies de gedachten van de hoofdpersoon leest, krijg je soms best een beetje medelijden met hem. In sommige situaties vraag je je af wat jij zelf zou doen in de die situatie. Je leeft je echt in de hoofdpersoon in.
B3           Je weet zelf niet veel eerder dan de hoofdpersoon wie uiteindelijk de vader van Bo is. Dit zorgt ervoor dat je betrokken blijft bij het verhaal, omdat je graag wilt weten wie de dader is.

4          Personages
A1          Hoofdpersoon: Armin
Een man die erg geschrokken is wanneer hij te horen kreeg dat hij niet de vader van zijn zoon is. Hij is trekt zich niet zo veel van anderen aan en is het hele boek bezig met het zoeken van de dader.

Bij personen:
-          Bo: de zoon van Armin. Hij weet nog niet dat Armin zijn vader niet is. Bo heeft een goede band met zijn ‘vader’ en houdt erg van de natuur.
-          Monika: de overleden vrouw van Armin. Ze was een spontane vrouw met een bleke huid en rode haren.
-          Ellen: de nieuwe vriendin van Armin na de dood van Monika. Ellen en Monika waren altijd beste vriendinnen geweest en wisten alles van elkaar. Ellen en Armin hebben een zeer open relatie.
A2          Wanneer Armin erachter komt dat hij niet de vader van zijn zoon Bo is raakt hij een tijdje helemaal van slag en wil hij zo snel mogelijk de dader vinden. Hij verdenkt iedereen. Zijn leven van vroeger is dus compleet veranderen nu hij dit te horen heeft gekregen. Steeds verder in het verhaal kan Armin er beter mee omgaan en probeert hij een weg terug te vinden.
Bo wordt naarmate je verder in het verhaal komt steeds ouder en volwassener. Armin merkt dit. Wanneer ze samen een weekend naar de Waddeneilanden waren kwam Bo een leuk meisje tegen. Armin zag dat hij sjans had.
                Citaat: ‘’Bo blijft staan en wroet met de punt van zijn laars in de modder. Ik loop nog een paar passen verder, draai me dan naar hem om en wacht. Ik zie dat het meisje dat hem zojuist naar de scholeksters vroeg nog even omkijkt. Ze draagt een zwart baseballpetje en haar ogen blikkeren in de halfschaduw van de zonneklep. ‘Je had sjans’, zeg ik.’’
B1           Armin maakt heel veel beslissingen. Hij besluit bijvoorbeeld om nadat hij te horen kreeg dat hij niet de vader van Bo is meteen de dader op te zoeken. Ook besluit hij om niet meteen aan Bo te vertellen dat hij niet zijn vader is.
B2           Met Bo. Dit komt omdat hij ongeveer dezelfde leeftijd heeft als ik. Ik kan begrijpen hoe hij zich voelt wanneer hij hoort dat zijn vader niet echt zijn vader is.

5          Ruimte
A1          Het verhaal speelt zich het meest af in Amsterdam. Dit is de plaats waar Armin samen met Ellen en hun zoon Bo woont. Ook is Armin vaak in de kroeg te vinden. Deze ruimte betekende niet zo veel in het verhaal en werd ook niet echt door de schrijver beschreven.
Wel een belangrijke ruimte in het verhaal was Ameland. Hier gingen Armin en Bo naartoe om even tot rust te komen. Dit was ook de plek waar Armin vroeger met Monika en Bo vaak kwam. De ruimte wordt beschreven alsof er niets is veranderd vergeleken met de tijd wanneer Armin en Monika er kwamen. De schrijver probeert vooral de sfeer van de ruimte goed te beschrijven. De sfeer van het leven wanneer Armin en Monika nog een onbezorgd leven leidde.
Citaat: ‘’De eilanden zijn, buiten Amsterdam, de enige plaatsen in Nederland waar ik echt gelukkig kan zijn. De zee, de wind, de ruimte, en vooral: de onverantwoordelijkheid.’’
B1           Zoals ik net al zei werd door het beschrijven van de ruimte de sfeer bepaald. Wanneer Armin en Bo op Ameland zijn beschrijft de schrijver vooral het leven zonder zorgen. Hij beschrijft de rustige natuur op Ameland, waardoor je precies voor je ziet hoe mooi het daar is.
B2           Ja, de sfeer spreekt mij aan. Ik houd zelf erg van de natuur. Op plekken als Ameland kun je volgens mij goed tot rust komen. Ik zag het voor me hoe mooi het daar zou zijn geweest.

6          Spanning
A1          Je wilt zo graag weten wie de echte vader van Bo is, dat het verhaal steeds spannender wordt. Armin verdenkt steeds meer mensen. Je wordt hierdoor erg nieuwsgierig.
B1           Ik vind dat hij er goed in is geslaagd om het verhaal spannend te maken. Ik was erg benieuwd wie de dader zou zijn. Zelf bedenk je ook al wie het zou kunnen zijn. Het einde vond ik erg verassend. Ik was hier zelf nooit op gekomen!

7          Stijl
A1          ‘’Wat gaan we het eerst doen’, vraag ik aan Bo als we onze koffie op hebben, ‘het strand op of naar het wad’?
‘Is het laag water?’ wil hij op zijn beurt weten.
Goede vraag. Ook daarom houd ik van de eilanden: op de eilanden is de natuur nog belangrijk. Of het eb is of vloed. Of de wind het water tegen de dijk doet beuken of juist tegen de duinen. Of de maan het mogelijk maakt om ’s nachts naar uilen te gaan zoeken. Of de kieviten al broeden. Of de rotganzen al terug zijn of juist zijn vertrokken naar hun broedplaats in het westen van Siberië.’’
A2          Er worden zowel korte als lange zinnen gebruikt, zoals hierboven is te zien. Opvallend was dat er veel wetenschappelijke feiten in het boek voorkwamen. Deze feitjes vertelde Armin aan zijn zoon Bo.
B1           Ik vond het zelf geen lastige stijl om te lezen. Af en toe had ik moeite met het begrijpen van een aantal moeilijke woorden, maar dit had geen effect op het begrijpen van het verhaal.
B2           Aan de ene kant ligt het dicht bij mijn eigen taalgebruik en aan de andere kant ook weer niet. De manier van communiceren herkende ik uit mijn eigen taalgebruik, maar waren ook woorden die ik zelf nooit zou gebruiken of woorden waarvan ik nog nooit van gehoord had.

8          Genre
A             Psychologische roman
B             Het is niet zomaar een boek dat je leest en meteen begrijpt. Er zit ook wat denkwerk achter het lezen van dit boek. Je wilt weten wie de echte vader van Bo is en probeert hier, naast Armin, zelf ook achter te komen.

9          Thema en motieven
A1          Armin blijkt niet de echte vader van zijn zoon te zijn. Wanneer het duidelijk is wie wel de echte vader is, komt hij erachter dat hij door een aantal personen behoorlijk is bedrogen.
A2          Motief 1: er wordt steeds teruggedacht hij de tijd wanneer de Monika nog leefde. Veel mensen in het verhaal hebben het moeilijk met haar dood.
                Motief 2: overspel speelt een grote rol in het verhaal. Monika gaat vreemd, maar daarnaast gaat ook Armin vreemd met Ellen.
                Motief 3: het liefhebben van de natuur. Armin houdt erg van vissen. Ook weet hij veel dingen op natuurkundig gebied. Deze weetjes vertelt hij aan Bo, die ook geïnteresseerd is in de natuur. Hij gaat vaak mee vissen met zijn vader.
B1           Het boek geeft je een duidelijk signaal dat er soms dingen gebeuren terwijl er eigenlijk iets heel anders aan de gang is.
B2           Niet heel erg. Ik ben me alleen iets meer bewuster van geworden dat sommige dingen anders kunnen zijn dan je zelf denkt.

10        Titel
A             ‘De passievrucht’ staat als betekenis van een baby: de vrucht die uit passie wordt geboren. In dit geval is Bo de passievrucht. De reden dat Monika met de vader van Armin had gevreeën was niet omdat zij hem leuk vond. Het was vooral de aantrekking, ofwel de ‘passie’.
B             Familiebanden

11        Vergelijking
A1          Ik heb al eens eerder boeken gelezen waarbij je zelf ook echt moest nadenken om erachter te komen wie de dader kan zijn. Ook heb ik al eens eerder een boek gelezen dat zich in Amsterdam afspeelde.
Nieuw voor mij was het onderwerp van het verhaal. Verhalen over vaderschap heb ik nog nooit gelezen. Dit was ook het eerste boek dat ik las van Karel Glastra van Loon.
B             Het meest opvallende aan het boek was dat je niet alleen door het verhaal gewoon te lezen achter alles kwam. Je moest ook zelf nadenken over de gebeurtenissen in het verhaal, zodat je erachter kon komen wie de echte vader van Bo is. Dit is ook de reden waarom je blijft doorlezen, omdat je zo graag het einde wilt weten.

13        Eindwaardering
Structurele argumenten:
A) Het onderwerp spreekt mij wel aan, omdat het een onderwerp is dat dagelijks nog vaak voorkomt in de wereld. Daarom vind ik het interessant om meer over het onderwerp te weten.

B) De stijl waarin het boek geschreven is, spreekt mij wel aan, omdat het de stijl is waarin de meeste Nederlanders praten. Het is eenvoudig te begrijpen en lijkt erg op mijn eigen taalgebruik.

C) De personages zijn goed uitgewerkt, omdat ik het gedrag van de personages herken. Ik kon me goed voorstellen hoe Armin zich voelde in de situatie waarin hij zich bevond. Dit is meestal een bedoeling van de schrijver, dat de lezers zichzelf in de hoofdpersoon kunnen verbeelden.

D) Het verhaal bevatte flashbacks en daardoor vond ik het verhaal af en toe een beetje verwarrend. In het begin van het verhaal had ik niet snel door dat er sprake waren van flashbacks. Ik had niet door wat de leeftijd van Bo in het ene hoofdstuk anders was dan in het andere. Toen ik hier later achter kwam, was het verhaal meteen beter te begrijpen.

E) Ik was wel nieuwsgierig naar de afloop van het verhaal. Dit kwam doordat ik heel graag wilde weten wie uiteindelijk de echte vader van Bo was. Het hele boek door had ik iemand in gedachte, maar later bleek ik het helemaal verkeerd te hebben. Dit was erg verassend!

F) De ‘tweede laag’ van het verhaal kwam duidelijk naar voren; ik vond het thema duidelijk uitgewerkt. Ik had snel door dat het verhaal over vaderschap en bedrog ging. Dit was al na het eerste hoofdstuk duidelijk, omdat Armin toen te horen kreeg dat hij niet de echte vader van zijn zoon was. Hij is dus bedrogen dus zijn overleden vrouw.
Citaat: ‘’U bent onvruchtbaar. En daar is niet alleen niets aan te doen, het is bovendien, en ik besef dat dit een schok zal zijn, altijd zo geweest.’
Het eerst wat ik voel, althans het eerste gevoel waarvan ik me bewust word als hij is uitgesproken, is opluchting. Hier is sprake van een groteske vergissing. Er zijn dossiers verwisseld, onderzoeksresultaten verkeerd ingeschreven, er is iemand met dezelfde naam, iemand die op ditzelfde moment, in een andere dokterskamer, de resultaten te horen krijgt van mijn onderzoek: ‘U mankeert helemaal niets, meneer. Uw zaad is kerngezond.’
‘Maar dat is onmogelijk,’ zeg ik. ‘Ik heb een kind, een zoon van dertien!’

G) De motieven zijn voor mij makkelijk te vinden en deze kan ik uitleggen aan de hand van het thema. Armin heeft het moeilijk met de dood van zijn vrouw, waardoor hij vaak aan haar terugdenkt. Het tweede motief, overspel, heeft veel met het thema te maken. Monika ging vreemd, maar ook Armin ging vreemd met Ellen. Armin en Monika werden dus beide bedrogen.
Citaat: ‘’Mag ik hier blijven slapen?’ vroeg Ellen. ‘Ja, dat mag.’ En we waren in bed gekropen en Ellen had zich aan mij vastgeklampt en ik had haar op haar rug gedraaid en was boven op haar gaan liggen...’’

Emotionele argumenten:
In het eerste hoofdstuk, toen Armin te horen kreeg dat zijn zaad onvruchtbaar was, had ik wel even medelijden met hem. Ik kan me voorstellen dat het heel vervelend is om te horen dat jou zoon blijkbaar niet je echte zoon is, terwijl je altijd hebt gedacht van wel.

Op het moment dat Armin vreemd ging met Ellen, dacht ik even bij mezelf: nee niet doen! Al hoewel ik mezelf niet goed kan voorstellen hoe het zou moeten zijn als je vreemdgaat met iemand, ik zou er zelf nooit aan beginnen.

Ik kon me erg inleven in het moment waarop Bo te horen kreeg dat zijn vader niet zijn echte vader is. Het lijkt mij ontzettend raar. Ik probeerde me voor te stellen hoe het zou zijn als mijn vader dit tegen mij zou zeggen. Ik zou net zou van slag zijn als Bo denk ik.
Citaat: ‘’Wie denk je wel niet dat je bent? Mij een beetje slaan, omdat ik in jouw liefdesnestje heb liggen kotsen, hè? Je schaamt je natuurlijk voor dat meisje, hè, dat je zo’n zuipschuit als vader hebt! Nou jongen, ik kan je geruststellen. Ik ben je vader namelijk niet! Hoor je dat? Hoor je dat? Ik ben je vader niet! Je vader is een of andere smerige rokkenjager uit Haarlem, die niet van je moeder kon afblijven. Daar kijk je van op, hè? Die lag ongetwijfeld ook al op z’n veertiende kleine meisjes te neuken!’
 Hij had drie stappen achteruit gedaan, Bo. Hij was wit weggetrokken, terwijl ik tegen hem raasde en tierde. ‘Wat is dat voor onzin?’ had hij geroepen. En toen was hij plotseling boven op me gesprongen. Met al zijn jongenskracht had hij op me ingeslagen.

Intentionele argumenten:
A) Het motto is:

From the start
Most every heart
That’s ever broken
Was because
There always was
A man to blame


Er wordt in het motto gezegd dat een man altijd verantwoordelijk is geweest voor het breken van harten. In het boek is dit de dader, de biologische vader van Bo. De dader is ook een man. Hij heeft ervoor gezorgd dat het hart van Armin, Ellen en Bo is gebroken.

B) Ik ben er niet echt achter gekomen wat precies de bedoeling van de schrijver was met het verhaal. Ik denk dat hij de lezer vooral wil laten zien dat het leven best lastig kan zijn.

C) Ik vind dat de schrijver er matig in geslaagd is om zijn bedoeling van het verhaal te laten zien. Dit is
niet erg, omdat ik denk dat zijn bedoeling vooral was om de lezer te vermaken. Het verhaal brengt
niet echt een speciale boodschap over.

Morele argumenten:
Armin heeft veel besluiten genomen in het verhaal. Hij besloot bijvoorbeeld om niet aan zijn zoon te
vertellen dat hij niet zijn echte vader is. Aan het einde van het verhaal heeft hij het toch verteld. Dit
was op een nare manier, waardoor Bo er erg van slag is geraakt. Ik denk dat het beter was geweest
als Armin het meteen aan Bo had verteld, zodat hij alles in een langere tijd had kunnen verwerken.

Ook maakte Armin de keuze om, nadat hij hoorde dat hij niet de echte vader van Bo is, meteen op
zoek te gaan naar de man die wel zijn echte vader is. Ik denk dat ik dezelfde keuze zou hebben
gemaakt als ik in deze situatie zat.

Realistische argumenten:
Het boek is goed, omdat het de werkelijkheid goed weergeeft. Situaties waarin vaders denken dat ze
de echte vader zijn van hun kind terwijl dat eigenlijk niet is, komen dagelijks voor.

Vernieuwingsargumenten:
Ik had nog nooit eerder een boek gelezen over ouderschap. Het was voor mij interessant om meer te
weten over de gedachten van ouders met kinderen. Ik vond het leuk om te lezen hoe ouders naar
hun kinderen kijken.

Stilistische argumenten:
Het boek was prettig om te lezen. Af en toe werden er termen gebruikt die ik niet kende. Dit was
vooral in de stukjes waarin Armin een wetenschappelijke feit uitlegde. De moeilijke woorden
zorgden er dus niet voor dat ik het verhaal niet begreep. In het citaat hieronder word een stukje
beschreven waarin Armin zijn kennis over een onderwerp verteld.
Citaat: ‘’En ik zei: ‘Om te snappen hoe het lichaam in elkaar zit, is het heel nuttig om het uit elkaar te slopen en onderdeel voor onderdeel te bestuderen. Voor een beter begrip van genialiteit en
krankzinnigheid kan het heel verhelderend zijn om onderscheid te maken tussen lichaam en geest. En
natuurlijk neemt het inzicht over bliksem, regenboog en zonsverduisteringen toe als we aannemen
dat zij geen manifestaties zijn van goddelijke emoties. In die zin is het heel zinnig om exclusief te leren
denken. Om te denken in termen van óf het ene óf het andere. Maar het vervelende van exclusief
denken is dat het op den duur zichzelf als enige juiste denkvorm ziet – daar is het tenslotte exclusief
voor. En dan leidt het tot intellectuele verlamming en zelfs tot regelrechte stompzinnigheid.’’

Als cijfer geef ik het boek een 8.

Gemaakt door: Lotte Burgers
Klas: V4B

Datum: 28 december 2013

Geen opmerkingen:

Een reactie posten