Titel: De passievrucht
Schrijver: Karel Glastra van Loon
Plaats van uitgave & uitgeverij: Amsterdam, L.J. Veen
1e druk: 1999
Aantal bladzijden: 238
1 Samenvatting
Armin Minderhout woont samen met Ellen en zijn zoon Bo. Armin en Ellen kunnen geen kinderen krijgen en na een onderzoek komt Armin erachter dat hij het syndroom van Klinefelter heeft. Zijn wereld stort in. Armin vertelt niets aan Bo en gaat op zoek naar Bo's biologische vader. Zijn vrouw Monika, de moeder van Bo, is tien jaar eerder overleden wat Armin's zoektocht niet makkelijker maakt.
Armin maakt een lijstje van alle mogelijke kandidaten voor Bo’s vaderschap. De eerste op dit lijstje is Monika’s ex, Robbert Hubeek. Robbert vertelt Armin uitgebreid over de seksuele praktijken die er tussen Monika en hem hebben uitgevonden, maar Robbert blijkt aan het einde van het gesprek niet eens van Monika’s dood af te weten en dus valt hij af als eventuele vader.
De volgende op het lijstje is de huisarts van Monika, want, denkt Armin, arts-patiënt relaties, komen nou eenmaal voor. Armin vraagt het de huisarts vervolgens zonder er ook maar enigszins omheen te draaien, maar de huisarts verzekert Armin dat er nooit ongepaste intimiteiten tussen Monika en hem hebben plaatsgevonden. Ook kan hij in Monika’s dossier niets vinden over zaken die ze tijdens haar zwangerschap in vertrouwen verteld zou kunnen hebben. De laatste verdachte is Niko Neerinckx, een vroegere collega van Monika van reisbureau ‘De Kleine Wereld’. Volgens Ellen had Monika nooit ook maar iets voor Niko gevoeld en verspilt Armin zijn tijd in deze hele kwestie, maar desondanks gaat Armin Niko toch opzoeken. Omdat Niko op reis is, ontmoet hij eerst Niko’s vrouw Anke. Armin stelt zich voor als ene Erik Aldenbos en met behulp van een handige smoes, komt hij binnen. Al vragende komt Armin erachter dat Niko zijn oudste zoon ook Bo heeft genoemd en hij ziet een foto van Monika in hun fotoalbum. En wat dit betreft, sluit Niko helemaal aan op het profiel dat Armin voor ogen heeft voor de dader. Armin weet niet wat hij ermee aan moet, maar zijn beste vriend Dees en Ellen dringen erop aan om niets aan Niko te vragen. Armin volgt hun advies op.
De relatie tussen Armin en Ellen verslechtert een beetje. Armin besluit om er een weekend tussenuit te gaan met Bo, naar Ameland. Op een gegeven moment wandelen Armin en Bo over het strand en ontmoeten ze een groepje jongeren van Bo’s leeftijd. Eén van de meisjes blijkt Bo wel leuk te vinden en na ’s avonds samen op stap te zijn geweest, vindt Armin het meisje bij Bo in bed. In Armin’s dronken bui, schreeuwt hij dat Bo zijn zoon niet is, kotst hij het kussen onder waar het meisje op geslapen heeft en vervolgens slaat Bo op hem in.
Zodra ze weer thuis komen, komt Armin’s vader te overlijden. Armin en Dees ontruimen het huis van Armin’s overleden ouders en Armin komt een doos tegen met liefdesbrieven van zijn ouders. In deze doos ontdekt hij ook een briefje met daarop de tekst ‘Ik ben zwanger. M.’ Armin weet meteen wat dit betekent: zijn vader is de dader! Verward thuisgekomen, geeft Ellen hem een brief van Monika aan Bo.
Armin wil meteen een stuk gaan lopen en Ellen moet het hele verhaal vertellen van de jarenlange spanning tussen Armin’s vader en Monika en hun ‘slippertje’ waaruit Bo ontstaan is. Ellen heeft het al die tijd geweten, maar wilde hem het liefst al die pijn besparen. Armin vindt zichzelf helemaal niets meer, geen vader, geen zoon, geen geliefde, geen vriend, helemaal niets. Hij zegt zelf te zijn opgehouden met bestaan en hij moet zichzelf opnieuw uitvinden. Bo is opeens zijn halfbroer, terwijl Armin dertien jaar voor Bo heeft gezorgd als een vader. Tenslotte komt Bo met het idee om de as van zijn vader over het graf van Monika uit te strooien, om de moeilijke tijd af te sluiten en weer verder te gaan met hun leven.
Armin Minderhout woont samen met Ellen en zijn zoon Bo. Armin en Ellen kunnen geen kinderen krijgen en na een onderzoek komt Armin erachter dat hij het syndroom van Klinefelter heeft. Zijn wereld stort in. Armin vertelt niets aan Bo en gaat op zoek naar Bo's biologische vader. Zijn vrouw Monika, de moeder van Bo, is tien jaar eerder overleden wat Armin's zoektocht niet makkelijker maakt.
Armin maakt een lijstje van alle mogelijke kandidaten voor Bo’s vaderschap. De eerste op dit lijstje is Monika’s ex, Robbert Hubeek. Robbert vertelt Armin uitgebreid over de seksuele praktijken die er tussen Monika en hem hebben uitgevonden, maar Robbert blijkt aan het einde van het gesprek niet eens van Monika’s dood af te weten en dus valt hij af als eventuele vader.
De volgende op het lijstje is de huisarts van Monika, want, denkt Armin, arts-patiënt relaties, komen nou eenmaal voor. Armin vraagt het de huisarts vervolgens zonder er ook maar enigszins omheen te draaien, maar de huisarts verzekert Armin dat er nooit ongepaste intimiteiten tussen Monika en hem hebben plaatsgevonden. Ook kan hij in Monika’s dossier niets vinden over zaken die ze tijdens haar zwangerschap in vertrouwen verteld zou kunnen hebben. De laatste verdachte is Niko Neerinckx, een vroegere collega van Monika van reisbureau ‘De Kleine Wereld’. Volgens Ellen had Monika nooit ook maar iets voor Niko gevoeld en verspilt Armin zijn tijd in deze hele kwestie, maar desondanks gaat Armin Niko toch opzoeken. Omdat Niko op reis is, ontmoet hij eerst Niko’s vrouw Anke. Armin stelt zich voor als ene Erik Aldenbos en met behulp van een handige smoes, komt hij binnen. Al vragende komt Armin erachter dat Niko zijn oudste zoon ook Bo heeft genoemd en hij ziet een foto van Monika in hun fotoalbum. En wat dit betreft, sluit Niko helemaal aan op het profiel dat Armin voor ogen heeft voor de dader. Armin weet niet wat hij ermee aan moet, maar zijn beste vriend Dees en Ellen dringen erop aan om niets aan Niko te vragen. Armin volgt hun advies op.
De relatie tussen Armin en Ellen verslechtert een beetje. Armin besluit om er een weekend tussenuit te gaan met Bo, naar Ameland. Op een gegeven moment wandelen Armin en Bo over het strand en ontmoeten ze een groepje jongeren van Bo’s leeftijd. Eén van de meisjes blijkt Bo wel leuk te vinden en na ’s avonds samen op stap te zijn geweest, vindt Armin het meisje bij Bo in bed. In Armin’s dronken bui, schreeuwt hij dat Bo zijn zoon niet is, kotst hij het kussen onder waar het meisje op geslapen heeft en vervolgens slaat Bo op hem in.
Zodra ze weer thuis komen, komt Armin’s vader te overlijden. Armin en Dees ontruimen het huis van Armin’s overleden ouders en Armin komt een doos tegen met liefdesbrieven van zijn ouders. In deze doos ontdekt hij ook een briefje met daarop de tekst ‘Ik ben zwanger. M.’ Armin weet meteen wat dit betekent: zijn vader is de dader! Verward thuisgekomen, geeft Ellen hem een brief van Monika aan Bo.
Armin wil meteen een stuk gaan lopen en Ellen moet het hele verhaal vertellen van de jarenlange spanning tussen Armin’s vader en Monika en hun ‘slippertje’ waaruit Bo ontstaan is. Ellen heeft het al die tijd geweten, maar wilde hem het liefst al die pijn besparen. Armin vindt zichzelf helemaal niets meer, geen vader, geen zoon, geen geliefde, geen vriend, helemaal niets. Hij zegt zelf te zijn opgehouden met bestaan en hij moet zichzelf opnieuw uitvinden. Bo is opeens zijn halfbroer, terwijl Armin dertien jaar voor Bo heeft gezorgd als een vader. Tenslotte komt Bo met het idee om de as van zijn vader over het graf van Monika uit te strooien, om de moeilijke tijd af te sluiten en weer verder te gaan met hun leven.
2 Tijd
A1 Het verhaal
wordt chronologisch verteld. Er komen wel veel flashbacks in voor. In sommige
hoofdstukken wordt er teruggekeken op de belevenissen die Armin en Monika samen
hadden.
A2 Het verhaal
speelt zich af in het heden. De situaties die worden beschreven gebeuren in
onze tijd nog steeds. Hierdoor kun je je beter in het verhaal inleven.
B1 Doordat er veel
flashbacks aanwezig zijn werd het verhaal af en toe een beetje verwarrend. Was
Monika in dit hoofdstuk al dood of niet? En hoe oud is Bo (het zoontje van
Armin) in dit hoofdstuk nou precies? Wanneer je iets verder in het verhaal
komt, begrijp je beter hoe het verhaal precies in elkaar zit.
B2 De
gebeurtenissen uit het verhaal zijn erg realistisch en komen in onze tijd nog
dagelijks voor. Hierdoor geeft het verhaal mij een betrouwbare indruk.
3 Perspectief
A1 Het verhaal
wordt vanuit de ik-persoon, Armin, verteld.
A2 Een
ik-perspectief.
B1 Het verhaal
wordt vanuit de blik van Armin verteld. Hij is zelf ook de hoofdpersoon van het
verhaal.
B2 Doordat je
precies de gedachten van de hoofdpersoon leest, krijg je soms best een beetje
medelijden met hem. In sommige situaties vraag je je af wat jij zelf zou doen
in de die situatie. Je leeft je echt in de hoofdpersoon in.
B3 Je weet zelf
niet veel eerder dan de hoofdpersoon wie uiteindelijk de vader van Bo is. Dit
zorgt ervoor dat je betrokken blijft bij het verhaal, omdat je graag wilt weten
wie de dader is.
4 Personages
A1 Hoofdpersoon: Armin
Een man die erg geschrokken is
wanneer hij te horen kreeg dat hij niet de vader van zijn zoon is. Hij is trekt
zich niet zo veel van anderen aan en is het hele boek bezig met het zoeken van
de dader.
Bij personen:
-
Bo: de zoon van
Armin. Hij weet nog niet dat Armin zijn vader niet is. Bo heeft een goede band
met zijn ‘vader’ en houdt erg van de natuur.
-
Monika: de overleden
vrouw van Armin. Ze was een spontane vrouw met een bleke huid en rode haren.
-
Ellen: de nieuwe
vriendin van Armin na de dood van Monika. Ellen en Monika waren altijd beste
vriendinnen geweest en wisten alles van elkaar. Ellen en Armin hebben een zeer
open relatie.
A2 Wanneer Armin
erachter komt dat hij niet de vader van zijn zoon Bo is raakt hij een tijdje
helemaal van slag en wil hij zo snel mogelijk de dader vinden. Hij verdenkt
iedereen. Zijn leven van vroeger is dus compleet veranderen nu hij dit te horen
heeft gekregen. Steeds verder in het verhaal kan Armin er beter mee omgaan en
probeert hij een weg terug te vinden.
Bo wordt naarmate je verder in het
verhaal komt steeds ouder en volwassener. Armin merkt dit. Wanneer ze samen een
weekend naar de Waddeneilanden waren kwam Bo een leuk meisje tegen. Armin zag
dat hij sjans had.
Citaat: ‘’Bo blijft staan en
wroet met de punt van zijn laars in de modder. Ik loop nog een paar passen
verder, draai me dan naar hem om en wacht. Ik zie dat het meisje dat hem
zojuist naar de scholeksters vroeg nog even omkijkt. Ze draagt een zwart
baseballpetje en haar ogen blikkeren in de halfschaduw van de zonneklep. ‘Je
had sjans’, zeg ik.’’
B1 Armin maakt
heel veel beslissingen. Hij besluit bijvoorbeeld om nadat hij te horen kreeg
dat hij niet de vader van Bo is meteen de dader op te zoeken. Ook besluit hij
om niet meteen aan Bo te vertellen dat hij niet zijn vader is.
B2 Met Bo. Dit
komt omdat hij ongeveer dezelfde leeftijd heeft als ik. Ik kan begrijpen hoe
hij zich voelt wanneer hij hoort dat zijn vader niet echt zijn vader is.
5 Ruimte
A1 Het verhaal
speelt zich het meest af in Amsterdam. Dit is de plaats waar Armin samen met
Ellen en hun zoon Bo woont. Ook is Armin vaak in de kroeg te vinden. Deze
ruimte betekende niet zo veel in het verhaal en werd ook niet echt door de
schrijver beschreven.
Wel een belangrijke ruimte in het
verhaal was Ameland. Hier gingen Armin en Bo naartoe om even tot rust te komen.
Dit was ook de plek waar Armin vroeger met Monika en Bo vaak kwam. De ruimte
wordt beschreven alsof er niets is veranderd vergeleken met de tijd wanneer
Armin en Monika er kwamen. De schrijver probeert vooral de sfeer van de ruimte
goed te beschrijven. De sfeer van het leven wanneer Armin en Monika nog een
onbezorgd leven leidde.
Citaat: ‘’De eilanden zijn, buiten
Amsterdam, de enige plaatsen in Nederland waar ik echt gelukkig kan zijn. De
zee, de wind, de ruimte, en vooral: de onverantwoordelijkheid.’’
B1 Zoals ik net al
zei werd door het beschrijven van de ruimte de sfeer bepaald. Wanneer Armin en
Bo op Ameland zijn beschrijft de schrijver vooral het leven zonder zorgen. Hij
beschrijft de rustige natuur op Ameland, waardoor je precies voor je ziet hoe
mooi het daar is.
B2 Ja, de sfeer
spreekt mij aan. Ik houd zelf erg van de natuur. Op plekken als Ameland kun je
volgens mij goed tot rust komen. Ik zag het voor me hoe mooi het daar zou zijn
geweest.
6 Spanning
A1 Je wilt zo
graag weten wie de echte vader van Bo is, dat het verhaal steeds spannender
wordt. Armin verdenkt steeds meer mensen. Je wordt hierdoor erg nieuwsgierig.
B1 Ik vind dat hij
er goed in is geslaagd om het verhaal spannend te maken. Ik was erg benieuwd
wie de dader zou zijn. Zelf bedenk je ook al wie het zou kunnen zijn. Het einde
vond ik erg verassend. Ik was hier zelf nooit op gekomen!
7 Stijl
A1 ‘’Wat gaan we het eerst doen’, vraag
ik aan Bo als we onze koffie op hebben, ‘het strand op of naar het wad’?
‘Is het laag water?’ wil hij op zijn
beurt weten.
Goede vraag. Ook
daarom houd ik van de eilanden: op de eilanden is de natuur nog belangrijk. Of
het eb is of vloed. Of de wind het water tegen de dijk doet beuken of juist
tegen de duinen. Of de maan het mogelijk maakt om ’s nachts naar uilen te gaan
zoeken. Of de kieviten al broeden. Of de rotganzen al terug zijn of juist zijn
vertrokken naar hun broedplaats in het westen van Siberië.’’
A2 Er worden zowel
korte als lange zinnen gebruikt, zoals hierboven is te zien. Opvallend was dat
er veel wetenschappelijke feiten in het boek voorkwamen. Deze feitjes vertelde
Armin aan zijn zoon Bo.
B1 Ik vond het
zelf geen lastige stijl om te lezen. Af en toe had ik moeite met het begrijpen
van een aantal moeilijke woorden, maar dit had geen effect op het begrijpen van
het verhaal.
B2 Aan de ene kant
ligt het dicht bij mijn eigen taalgebruik en aan de andere kant ook weer niet. De
manier van communiceren herkende ik uit mijn eigen taalgebruik, maar waren ook
woorden die ik zelf nooit zou gebruiken of woorden waarvan ik nog nooit van
gehoord had.
8 Genre
A Psychologische roman
B Het is niet
zomaar een boek dat je leest en meteen begrijpt. Er zit ook wat denkwerk achter
het lezen van dit boek. Je wilt weten wie de echte vader van Bo is en probeert
hier, naast Armin, zelf ook achter te komen.
9 Thema
en motieven
A1 Armin blijkt
niet de echte vader van zijn zoon te zijn. Wanneer het duidelijk is wie wel de
echte vader is, komt hij erachter dat hij door een aantal personen behoorlijk
is bedrogen.
A2 Motief 1: er
wordt steeds teruggedacht hij de tijd wanneer de Monika nog leefde. Veel mensen
in het verhaal hebben het moeilijk met haar dood.
Motief 2: overspel speelt een
grote rol in het verhaal. Monika gaat vreemd, maar daarnaast gaat ook Armin
vreemd met Ellen.
Motief 3: het liefhebben van de
natuur. Armin houdt erg van vissen. Ook weet hij veel dingen op natuurkundig
gebied. Deze weetjes vertelt hij aan Bo, die ook geïnteresseerd is in de
natuur. Hij gaat vaak mee vissen met zijn vader.
B1 Het boek geeft
je een duidelijk signaal dat er soms dingen gebeuren terwijl er eigenlijk iets
heel anders aan de gang is.
B2 Niet heel erg.
Ik ben me alleen iets meer bewuster van geworden dat sommige dingen anders
kunnen zijn dan je zelf denkt.
10 Titel
A ‘De
passievrucht’ staat als betekenis van een baby: de vrucht die uit passie wordt
geboren. In dit geval is Bo de passievrucht. De reden dat Monika met de vader
van Armin had gevreeën was niet omdat zij hem leuk vond. Het was vooral de
aantrekking, ofwel de ‘passie’.
B Familiebanden
11 Vergelijking
A1 Ik heb al eens
eerder boeken gelezen waarbij je zelf ook echt moest nadenken om erachter te
komen wie de dader kan zijn. Ook heb ik al eens eerder een boek gelezen dat
zich in Amsterdam afspeelde.
Nieuw voor mij was het onderwerp van
het verhaal. Verhalen over vaderschap heb ik nog nooit gelezen. Dit was ook het
eerste boek dat ik las van Karel Glastra van Loon.
B Het meest
opvallende aan het boek was dat je niet alleen door het verhaal gewoon te lezen
achter alles kwam. Je moest ook zelf nadenken over de gebeurtenissen in het
verhaal, zodat je erachter kon komen wie de echte vader van Bo is. Dit is ook
de reden waarom je blijft doorlezen, omdat je zo graag het einde wilt weten.
13 Eindwaardering
Structurele argumenten:
A) Het onderwerp spreekt mij wel aan, omdat het een
onderwerp is dat dagelijks nog vaak voorkomt in de wereld. Daarom vind ik het
interessant om meer over het onderwerp te weten.
B) De stijl waarin het boek geschreven is, spreekt mij
wel aan, omdat het de stijl is waarin de meeste Nederlanders praten. Het is
eenvoudig te begrijpen en lijkt erg op mijn eigen taalgebruik.
C) De personages zijn goed uitgewerkt, omdat ik het
gedrag van de personages herken. Ik kon me goed voorstellen hoe Armin zich
voelde in de situatie waarin hij zich bevond. Dit is meestal een bedoeling van
de schrijver, dat de lezers zichzelf in de hoofdpersoon kunnen verbeelden.
D) Het verhaal bevatte flashbacks en daardoor vond ik het
verhaal af en toe een beetje verwarrend. In het begin van het verhaal had ik
niet snel door dat er sprake waren van flashbacks. Ik had niet door wat de
leeftijd van Bo in het ene hoofdstuk anders was dan in het andere. Toen ik hier
later achter kwam, was het verhaal meteen beter te begrijpen.
E) Ik was wel nieuwsgierig naar de afloop van het
verhaal. Dit kwam doordat ik heel graag wilde weten wie uiteindelijk de echte
vader van Bo was. Het hele boek door had ik iemand in gedachte, maar later
bleek ik het helemaal verkeerd te hebben. Dit was erg verassend!
F) De ‘tweede laag’ van het verhaal kwam duidelijk naar
voren; ik vond het thema duidelijk uitgewerkt. Ik had snel door dat het verhaal
over vaderschap en bedrog ging. Dit was al na het eerste hoofdstuk duidelijk,
omdat Armin toen te horen kreeg dat hij niet de echte vader van zijn zoon was.
Hij is dus bedrogen dus zijn overleden vrouw.
Citaat: ‘’U bent
onvruchtbaar. En daar is niet alleen niets aan te doen, het is bovendien, en ik
besef dat dit een schok zal zijn, altijd zo geweest.’
Het eerst wat ik voel, althans het eerste gevoel
waarvan ik me bewust word als hij is uitgesproken, is opluchting. Hier is
sprake van een groteske vergissing. Er zijn dossiers verwisseld, onderzoeksresultaten
verkeerd ingeschreven, er is iemand met dezelfde naam, iemand die op ditzelfde
moment, in een andere dokterskamer, de resultaten te horen krijgt van mijn
onderzoek: ‘U mankeert helemaal niets, meneer. Uw zaad is kerngezond.’
‘Maar dat is onmogelijk,’ zeg ik. ‘Ik heb een kind,
een zoon van dertien!’
G) De motieven zijn voor mij makkelijk te vinden en deze
kan ik uitleggen aan de hand van het thema. Armin heeft het moeilijk met de
dood van zijn vrouw, waardoor hij vaak aan haar terugdenkt. Het tweede motief,
overspel, heeft veel met het thema te maken. Monika ging vreemd, maar ook Armin
ging vreemd met Ellen. Armin en Monika werden dus beide bedrogen.
Citaat: ‘’Mag ik hier
blijven slapen?’ vroeg Ellen. ‘Ja, dat mag.’ En we waren in bed gekropen en Ellen
had zich aan mij vastgeklampt en ik had haar op haar rug gedraaid en was boven
op haar gaan liggen...’’
Emotionele argumenten:
In het eerste
hoofdstuk, toen Armin te horen kreeg dat zijn zaad onvruchtbaar was, had ik wel
even medelijden met hem. Ik kan me voorstellen dat het heel vervelend is om te
horen dat jou zoon blijkbaar niet je echte zoon is, terwijl je altijd hebt
gedacht van wel.
Op het moment
dat Armin vreemd ging met Ellen, dacht ik even bij mezelf: nee niet doen! Al
hoewel ik mezelf niet goed kan voorstellen hoe het zou moeten zijn als je
vreemdgaat met iemand, ik zou er zelf nooit aan beginnen.
Ik kon me erg
inleven in het moment waarop Bo te horen kreeg dat zijn vader niet zijn echte
vader is. Het lijkt mij ontzettend raar. Ik probeerde me voor te stellen hoe
het zou zijn als mijn vader dit tegen mij zou zeggen. Ik zou net zou van slag
zijn als Bo denk ik.
Citaat: ‘’Wie denk je wel niet dat je bent? Mij een beetje
slaan, omdat ik in jouw liefdesnestje heb liggen kotsen, hè? Je schaamt je
natuurlijk voor dat meisje, hè, dat je zo’n zuipschuit als vader hebt! Nou
jongen, ik kan je geruststellen. Ik ben je vader namelijk niet! Hoor je dat?
Hoor je dat? Ik ben je vader niet! Je vader is een of andere smerige
rokkenjager uit Haarlem, die niet van je moeder kon afblijven. Daar kijk je van
op, hè? Die lag ongetwijfeld ook al op z’n veertiende kleine meisjes te
neuken!’
Hij had drie
stappen achteruit gedaan, Bo. Hij was wit weggetrokken, terwijl ik tegen hem
raasde en tierde. ‘Wat is dat voor onzin?’ had hij geroepen. En toen was hij
plotseling boven op me gesprongen. Met al zijn jongenskracht had hij op me
ingeslagen.
Intentionele argumenten:
A) Het motto is:
From the start
Most every heart
That’s ever broken
Was because
There always was
A man to blame
Er wordt in het motto gezegd dat een man altijd verantwoordelijk is geweest voor het breken van harten. In het boek is dit de dader, de biologische vader van Bo. De dader is ook een man. Hij heeft ervoor gezorgd dat het hart van Armin, Ellen en Bo is gebroken.
B) Ik ben er niet echt achter gekomen wat precies de
bedoeling van de schrijver was met het verhaal. Ik denk dat hij de lezer vooral
wil laten zien dat het leven best lastig kan zijn.
C) Ik vind dat de schrijver er matig in geslaagd is om
zijn bedoeling van het verhaal te laten zien. Dit is
niet erg, omdat ik denk dat zijn bedoeling vooral was
om de lezer te vermaken. Het verhaal brengt
niet echt een speciale boodschap over.
Morele
argumenten:
Armin heeft veel besluiten genomen in het verhaal. Hij
besloot bijvoorbeeld om niet aan zijn zoon te
vertellen dat hij niet zijn echte vader is. Aan het
einde van het verhaal heeft hij het toch verteld. Dit
was op een nare manier, waardoor Bo er erg van slag is
geraakt. Ik denk dat het beter was geweest
als Armin het meteen aan Bo had verteld, zodat hij
alles in een langere tijd had kunnen verwerken.
Ook maakte Armin de keuze om, nadat hij hoorde dat hij
niet de echte vader van Bo is, meteen op
zoek te gaan naar de man die wel zijn echte vader is.
Ik denk dat ik dezelfde keuze zou hebben
gemaakt als ik in deze situatie zat.
Realistische
argumenten:
Het boek is goed, omdat het de werkelijkheid goed
weergeeft. Situaties waarin vaders denken dat ze
de echte vader zijn van hun kind terwijl dat eigenlijk
niet is, komen dagelijks voor.
Vernieuwingsargumenten:
Ik had nog nooit eerder een boek gelezen over
ouderschap. Het was voor mij interessant om meer te
weten over de gedachten van ouders met kinderen. Ik
vond het leuk om te lezen hoe ouders naar
hun kinderen kijken.
Stilistische
argumenten:
Het boek was prettig om te lezen. Af en toe werden er
termen gebruikt die ik niet kende. Dit was
vooral in de stukjes waarin Armin een wetenschappelijke
feit uitlegde. De moeilijke woorden
zorgden er dus niet voor dat ik het verhaal niet
begreep. In het citaat hieronder word een stukje
beschreven waarin Armin zijn kennis over een onderwerp
verteld.
Citaat: ‘’En ik zei:
‘Om te snappen hoe het lichaam in elkaar zit, is het heel nuttig om het uit
elkaar te slopen en
onderdeel voor onderdeel te bestuderen. Voor een beter begrip van genialiteit
en
krankzinnigheid
kan het heel verhelderend zijn om onderscheid te maken tussen lichaam en geest.
En
natuurlijk
neemt het inzicht over bliksem, regenboog en zonsverduisteringen toe als we
aannemen
dat zij geen
manifestaties zijn van goddelijke emoties. In die zin is het heel zinnig om
exclusief te leren
denken. Om te
denken in termen van óf het ene óf het andere. Maar het vervelende van
exclusief
denken is dat
het op den duur zichzelf als enige juiste denkvorm ziet – daar is het tenslotte
exclusief
voor. En dan
leidt het tot intellectuele verlamming en zelfs tot regelrechte
stompzinnigheid.’’
Als cijfer geef ik het boek een 8.
Gemaakt door: Lotte Burgers
Klas: V4B
Datum: 28 december 2013
Geen opmerkingen:
Een reactie posten